Veel keus in techniek vanggewas vernietigen

Een groenbemester laten stoppen met groeien en daarna een goed zaaibed creëren zonder glyfosaat, vraagt om de juiste techniek. De keuzes daarin worden talrijker. Innovatiecentrum De Marke in Hengelo toonde daarom de werking van verschillende kerende, niet-kerende en aangedreven en niet-aangedreven machines.

Veel+keus+in+techniek+vanggewas+vernietigen
© Frits Huiden

De groenbemesters groeien flink in het beginnende voorjaar met de toenemende temperaturen. Een uitdaging voor telers is om deze zonder glyfosaat te laten stoppen met groeien. Dat kan door ze te verkleinen of onder te werken.

Zeker bij de veelgebruikte winterharde groenbemesters is dit minder makkelijk om te doen dan bij de vlinderbloemige. De juiste machines met de juiste afstelling zijn daarvoor bepalend, net als de keuze van opeenvolgende bewerkingen en het moment van handelen.


Zandgronden

VK-Oost organiseerde samen met Agro-innovatiecentrum De Marke in het Overijsselse Hengelo een demonstratie met de verschillende technieken die daarvoor beschikbaar zijn. Op de zandgronden die ook rond De Marke liggen, is het zaaien van een groenbemester na een hoofdteelt verplicht wanneer er geen wintergewas wordt geteeld. Zwier van der Vegte gaf samen met Rick Willemsen van Groeikracht en akkerbouwadviseur Gerard Meuffels een toelichting op de machines die daarvoor werden ingezet.

Vanggewas moet je niet oogsten, dat kost opbrengst bij de maisteelt

Zwier van der Vegte, projectmanager bij Agro-innovatiecentrum De Marke in Hengelo

Als het vanggewas al hoog staat, is eerst een rondgang met een klepelmaaier in de fronthef aan te raden. Het vanggewas toch oogsten wordt afgeraden. 'De groenbemesters met hun vocht en mineralen zijn nodig voor het volggewas, zoals mais. Anders kost dit opbrengst. Vaak kun je bij snijmais de 'drie-keer-dertigregel' hanteren; 30 kuub drijfmest, 30 kilo stikstof uit kunstmest en 30 kilo stikstof uit het vanggewas', doceert Van der Vegte.

Verschillende mogelijkheden zijn gedemonstreerd, zoals de ecoploeg van Koeckhoven, Lemken-schijveneg, Kuhn-biomulch en -messenfrees, Güttler-triltandcultivator en Evers-stoppelcultivator.

Voordeel van de ecoploeg is dat de grond gelijk zwart is en er dus amper hergroei van onkruid kan plaatsvinden. Bovendien is met de ecoploeg bovenover ofwel onland te rijden, wat de structuur van de grond en dieselverbruik spaart.


Een niet-aangedreven grondbewerking kan doorgaans sneller en met minder brandstofverbruik dan een aangedreven grondbewerking. De groenbemester is nu ten dele verkleind en ondergewerkt.
Een niet-aangedreven grondbewerking kan doorgaans sneller en met minder brandstofverbruik dan een aangedreven grondbewerking. De groenbemester is nu ten dele verkleind en ondergewerkt. © Frits Huiden

Koeckhoven combineert de ecoploeg met een mulchende rotorkopeg met kooirol in de fronthef. Daarmee wordt de toplaag al vlak gelegd en het gewas verkleind.

Andere niet-aangedreven werktuigen, zoals de stoppelcultivator en schijveneg, werken de groenbemester deels onder. Voordeel is vooral dat je met die werktuigen bijna altijd aan de slag kan en zowel de aanschaf als bewerking goedkoper is. De stoppelcultivator werkt daarbij wat dieper dan de schijveneg.

Fabrikant Güttler koos ervoor met zijn Super Maxx-triltandcultivator een aantal keren schuin over de rijrichting te rijden en met hoge snelheid. Zo is spoorvorming te vermijden en deels op te heffen. Het geeft een prima resultaat, maar met 13 tot 14 kilometer per uur is het ook een hobbelige rit op het minder vlakke proefperceel.


Door diagonaal over de rijrichting van het vorige gewas te rijden, zijn sporen en oneffenheden deels op te heffen.
Door diagonaal over de rijrichting van het vorige gewas te rijden, zijn sporen en oneffenheden deels op te heffen. © Frits Huiden

Bij de aangedreven werktuigen is de Kuhn EL162 Biomulch het meest toegespitst op het verkleinen van de groenbemester. De frees werkt 2 tot 3 centimeter diep en heeft een meer haakse vorm van het mes met een andere ophanging dan de standaard Kuhn-frees.


De frees verkleint de groenbemester waarna de spijlenrol de grond en losse plantenresten aandrukt.
De frees verkleint de groenbemester waarna de spijlenrol de grond en losse plantenresten aandrukt. © Frits Huiden

'Hij werkt heel ondiep. We scalperen de toplaag, zodat het gewas net onder de groeipunten wordt afgesneden en het gewas zo stopt met groeien. De wortelmassa wordt vervolgens afgebroken door het bodemleven', legt Christiaan Borkus van Kuhn-importeur Reesink uit.


Meer capaciteit

Een van de verschillen met een standaard frees is dat het toerental van de rotor hoger is en de rijsnelheid is op te voeren naar 4 tot 6 kilometer per uur. Zo is er meer capaciteit. En doordat de kappen achterop verder openstaan, worden de grond en vermalen groenbemester naar achteren geworpen en veel luchtiger weggelegd. Daardoor is de grond minder gevoelig voor slemp tot de volgende bewerking.


De biomulch heeft een iets hoger toerental dan een frees en gooit grond en het verkleinde vanggewas luchtig achter de machine weg..
De biomulch heeft een iets hoger toerental dan een frees en gooit grond en het verkleinde vanggewas luchtig achter de machine weg.. © Frits Huiden

Handig detail is dat de machine in de MIA/Vamil-belastingregeling valt, door de naamgeving en werking in de toplaag om glyfosaat overbodig te maken. Het voordeel van ondiep en aangedreven werken is dat de stoppels met wortels niet te veel bovenkomen en dus niet los op het land blijven liggen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    16° / 11°
    60 %
  • Maandag
    18° / 7°
    10 %
  • Dinsdag
    19° / 9°
    90 %
Meer weer