'Aantal online veilingen in agrarische sector blijft sterk toenemen'

In het eerste kwartaal van dit jaar lag het aantal veilingen op het digitale veilingplatform 21 procent hoger dan in dezelfde periode in 2024, meldt Troostwijk Auctions. Veilen hoeft overigens niet altijd gepaard te gaan met een bedrijfsbeëindiging. Het kan ook een strategische keuze zijn van (mechanisatie)bedrijven om voorraad af te stoten.

De agrarische sector in Nederland kent relatief weinig faillissementen. Verreweg de meeste veilingen bij het veilinghuis zijn dan ook vrijwillig van aard. In 2023 waren 189 veilingen binnen de sector vrijwillig bij Troostwijk Auctions. In 2024 steeg dit aantal naar 250. In 2025 zet die toename door, met een groei van 11 procent in het eerste kwartaal ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

Onzekerheid

De afgelopen jaren hebben steeds meer Nederlandse agrarisch ondernemers besloten hun bedrijf te beëindigen, gedreven door een combinatie van strengere regelgeving, economische druk en onzekerheid over de toekomst. Het stikstofbeleid dwingt veel agrarisch ondernemers tot ingrijpende keuzes. Lage opbrengstprijzen in combinatie met stijgende kosten voor energie, meststoffen en veevoer drukken zwaar op de marges. Daardoor hebben vooral kleine bedrijven moeite om het hoofd boven water te houden.

Naast financiële overwegingen speelt psychosociale druk een belangrijke rol, merkt het veilinghuis. Hierdoor voelen agrarisch ondernemers zich steeds meer onder druk staan. Uitkoopregelingen van de overheid maken voor sommige agrarisch ondernemers stoppen financieel aantrekkelijker dan doorgaan. Daarnaast speelt mee dat jongere generaties steeds minder kiezen voor een toekomst in de landbouw en de overname van het familiebedrijf.

In de agrarische sector worden uiteenlopende bedrijfsmiddelen geveild, van zware machines tot complete inventarissen. Veelvoorkomende items zijn trekkers, werktuigen, shovels, aanbouwdelen en gereedschappen. Ongeveer 60 procent van de geveilde items blijft in Nederland, zegt Troostwijk Auctions. De rest gaat vooral naar België, gevolgd door Duitsland en landen in het Oostblok.